Toen we mensen
vertelden dat we naar de Filipijnen zouden gaan, varieerden de reacties van “oh
ja?, wauw, mooi land, aardige mensen” tot “wat moet je in vredesnaam in de
Filipijnen doen?!”. Tsja, het grote Onbekende. Ook voor ons. Onze eerste
kennismaking met Azië en dan meteen wat wel beschouwd wordt als ‘buiten de
gebaande paden’. Maar een land dat eeuwen lang door de Spanjaarden bezet
is geweest en waar de Amerikanen zich ook thuis voelen, moet toch bijna
westers zijn?! Was althans onze eerste indruk op afstand.
Op de dag van aankomst staan
we ineens buiten bij het vliegveld. Het is warm en klam. Ook druk, maar dat is te
verwachten bij een vliegveld. Veel gewapende politie en andere toezichthouders. Ze geven een gevoel van veiligheid, dat blijkbaar nodig is. Maar ze blijken er ook te zijn om de deur voor je open te houden en je de weg te
wijzen. Taxichauffeurs bieden hun verrassend moderne taxi aan, maar niet op een
vervelende manier. Dankzij de toezichthouders waarschijnlijk. Ze noemen ons
‘sir’ en ‘ma’am’, al lijken sommigen vreemd genoeg alleen aan ma’am een taxi aan
te bieden. Verwachte opdringerigheid, maar met oprechte vriendelijkheid, is
onze indruk.
Om opgehaald te
worden, moeten we even bellen met het gasthuis waar we verblijven. Omdat onze
mobiele telefoon even moet wennen aan onze nieuwe locatie en wat moeite heeft
met opstarten, is een loketdame zo aardig om aan te bieden voor ons te bellen.
Inderdaad aardige mensen hier! Maar dan blijkt dat niets voor niets geldt en
vraagt ze om een kleine vergoeding. Helaas voor haar hebben we geen klein geld
(echt waar!). Ai, niet steeds uitgaan van onvoorwaardelijke vriendelijkheid, is
al binnen een half uur onze indruk.
Onze bijna tandloze gastheer
komt ons samen met zijn – naar wij vermoeden – vrouw en kind ophalen in een
doorsnee busje voor pak ‘m beet 10 personen. Niets mis mee. Maar zoonlief, van hooguit
een jaar of vijf, zit voorin zonder gordel op de armsteun tussen pa en ma in. Toegegeven,
het ziet er schattig uit, maar ondenkbaar natuurlijk in Nederland. Het kán in
de Filipijnen, is onze indruk.
En dan. Het is
inmiddels donker geworden. Onze eerste kennismaking met het verkeer in de
Filipijnen en nog binnen de grenzen van Manila ook. We kennen het van televisie
en……het klopt! Geloof alles wat je er ooit van gezien hebt! Er zijn geen regels, er is een chronisch verkeersinfarct en rekening met elkaar houden is er niet
bij. De verf op de weg waarmee rijstroken of zebrapaden worden aangegeven, is er voor de
sier. Wegversmallingen komen onaangekondigd, en medeweggebruikers ruimte geven
om in te voegen, doe je natuurlijk niet. Richtingaanwijzers bestaan niet, je
drukt je auto er gewoon voor. Scooters en fietsers slalommen tussen de
stilstaande vierwielers. Straatverkopers proberen tussendoor hun goederen of
diensten te slijten. Alles mag om het snelst op je bestemming te komen. Milieu-eisen?
Nooit van gehoord. Al moet gezegd worden dat er heel veel mooie, nieuwe en
daarmee naar verwachting schone auto’s rondrijden. Die kunnen echter bij lange
na niet goedmaken wat de oude, ernstig vervuilende Jeepneys (flink opgesmukte, vaak zilvergrijs
glimmende Jeep busjes), tricycles (zijspan), scooters, bussen en vrachtwagens uitstoten.
Oh mijn hemel, waar gaan wij vanaf morgen aan beginnen met eigen vervoer?! Is slechts
onze bescheiden indruk…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten